formaat van album 31 x 23 cm per album (3 in totaal)
Oplage 250 ex.
480 bladzijdes in totaal
In 1933 bood Marten Toonder dagbladuitgever R. Hazewinkel aan om een stripverhaal te verzorgen voor de kranten, maar dit aanbod werd toen afgewezen, omdat Hazewinkel de strips van Bruintje Beer al in het Nieuwsblad van het Noorden had staan.
Toen echter de stripverhalen van Bruintje Beer daarin moesten worden gestaakt, ontving Toonder op 8 januari 1934 alsnog het verzoek om een vervangende stripreeks te maken, nu geen Bruine Beer, maar een Witte Beer, die 'uit de Poolstreken naar ons is afgedaald nu Bruintje Beer naar andere gewesten is vertrokken'. En zo geschiedde.
Van 1934 tot in 1939 verschenen er 52 verhalen van Thijs IJs, de Witte Beer in een vijftal Nederlandse dagbladen.
Broer Jan Gerhard Toonder schreef de rijmende teksten en samen met Phiny Dik tekende en inkte Marten Toonder deze voorloper van Tom Poes. In die vijf jaar leerde Toonder grondig het vak en verkreeg de discipline om elke dag een stripafleving met ondertekst te produceren.
In 1941 kon hij, dankzij deze enorme ervaring, zijn magnum opus opzetten en begon hij met de Avonturen van Tom Poes.
Het is nu voor het eerst de de verhalen van Thijs IJs, de Witte Beer, integraal in boekvorm gaan uitkomen.
Alle 52 verhalen die tussen 1934 en 1938 in dagbladen zijn verschenen, zullen worden opgenomen in 3 3 luxe banden.
• | Een studie door Hans A. Spa |
Wij bieden je de mogelijkheid om op de hoogte gehouden te worden bij het verschijnen van nieuwe, of door je gezocht uitgaven. Je dient hiervoor ingelogd te zijn.