Stan, een gekwelde jonge pianist, heeft een ontmoeting gehad die zijn leven op zijn kop zette: op straat ontmoette hij een oude vrouw die zijn naam kende. Ze stierf in zijn armen, maar niet nadat ze eerst een gedicht had gefluisterd en hem een ring met een skarabee had gegeven. Op een vergeelde foto die hij in haar zak heeft gevonden, staat onder anderen een beeldschone vrouw door wie Stan zich voelt aangetrokken. Zonder in details te treden vraagt hij zijn verloofde Bertille uit te zoeken wie de geheimzinnige oude vrouw was. Bertille, dolgelukkig dat ze het contact met haar vriend weer kan aanhalen, zet hem op het spoor van het huis dat als achtergrond voor de foto heeft gediend. In de kelder van dat fraaie verlaten landhuis doet zich het onmogelijke voor: Stan en Bertille keren terug in de tijd naar het begin van de twintigste eeuw, toen de foto werd gemaakt. Ze worden daar verwelkomd door Prudence, een al wat oudere vrouw, en door Sasmira, die niemand anders is dan de beeldschone vrouw op de foto. Stan en Bertille doen hun best om te wennen aan het leven van eeuw geleden en om de mysteries die hen omringen te ontrafelen. Maar eerst en vooral probeert Stand het raadsel van Sasmira te doorgronden, die afkomstig lijkt te zijn uit een geheel andere tijd...
• | 1. | De roep |
• | 1. | Oproep uit het verleden |
Wij bieden je de mogelijkheid om op de hoogte gehouden te worden bij het verschijnen van nieuwe, of door je gezocht uitgaven. Je dient hiervoor ingelogd te zijn.